Nibud concludeert: minimabeleid in de Drechtsteden effectief
In opdracht van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) heeft het Nibud een Minima-effectrapportage (MER) opgesteld. Het Nibud onderzocht in hoeverre minimahuishoudens in de Drechtsteden de essentiële vaste lasten én kosten voor sociale participatie kunnen bekostigen. Het Nibud constateert dat het minimabeleid in de Drechtsteden goed aansluit bij de inkomensondersteunende maatregelen vanuit het Rijk en daarmee effectief is. Uit de rapportage blijkt dat alle groepen huishoudens er ten opzichte van 2018 op vooruit zijn gegaan.
Hierdoor hebben alle onderzochte huishoudens voldoende inkomsten om de uitgaven uit het basispakket te betalen. Voor sociale participatie, zoals het ontvangen van bezoek en contributies, komen gezinnen met oudere kinderen tekort. Sociale participatie maakt ook andere huishoudens financieel kwetsbaar.
Peter Heijkoop, regionaal portefeuillehouder sociaal domein Drechtsteden: "De rapportage laat een overwegend positief beeld zien. Maar het is een wankel evenwicht. Zo gaat het Nibud er bijvoorbeeld vanuit dat mensen alle inkomensondersteuning aanvragen en geen grote persoonlijke onvoorziene uitgaven hebben zoals bijvoorbeeld zorgkosten, een hoge huur of een terloopse bekeuring. Vanuit de sociale dienst en de wijkteams proberen wij daarbij te ondersteunen. In Dordrecht bieden ook de adviseurs geldzaken ondersteuning. Desalniettemin blijft de financiële positie voor veel mensen nijpend en het is daarom belangrijk dat uitkeringen en minimumloon omhoog gaan om werken te laten lonen en de bestaanszekerheid te versterken."
Belangrijkste conclusies
Het onderzoek laat zien dat alle groepen huishoudens erop vooruit zijn gegaan, maar voor sommige huishoudens blijft het zeer moeilijk om rond te komen. Gezinnen met oudere kinderen kunnen op bijstandsniveau het basispakket samen met de kosten voor sociale participatie niet bekostigen. Verder blijkt dat de bestedingsruimte van huishoudens zonder kinderen op bijstandsniveau laag is. Zo houden alleenstaanden onder de AOW-gerechtigde leeftijd, als alle uitgaven uit zowel het basispakket en voor sociale participatie zijn gedaan, 23 euro per maand over. Er zijn huishoudens die te maken krijgen met een armoedeval. Dit is het geval als een huishouden op een bepaald inkomensniveau minder bestedingsruimte overhoudt dan op het voorliggende, lagere inkomensniveau. Bijvoorbeeld doordat huishoudens bij een bepaald inkomen niet meer in aanmerking voor kwijtschelding of landelijke toeslagen wegvallen.